door Yvonne de Bruin.
Uitstelgedrag, de belangrijkste reden
Uitstelgedrag, bijna iedereen stelt wel eens iets uit. En als dat nou allemaal op een bewuste weloverwogen manier ging, dan was het niet zo erg. Want op een bepaalde manier moet je wel uitstellen: je kunt nou eenmaal letterlijk niet alles tegelijk.
Uitstelgedrag is een probleem als je dingen uitstelt waarvan je weet dat ze goed voor je zijn, dat ze je helpen, dat je in de problemen komt als je het nu niet doet. Je kent het wel: morgen ga ik beginnen met lijnen, sporten of opruimen, denk je dan. Maar morgen komt nooit, terwijl het je toch zo fijn lijkt om een heerlijk ruim huis te hebben, om niet zoveel naar spullen te hoeven zoeken.
Lange en korte termijn
En precies in dat woordje ‘morgen’ zit de ware reden van je uitstelgedrag verborgen: je stelt uit omdat je er pas op de langere termijn iets van merkt als je nu gaat lijnen of opruimen. Je beloning ligt in de toekomst, maar dat lekkere gebakje is nu. Lekker lui voor de televisie hangen of in de zon zitten is nu. Waarom zou je dan je kledingkast of je papieren opruimen?
Oude hersenen
Je wilt het nu fijn hebben. Dat is het enige wat telt, vertelt het oude deel van je hersenen je. Dat is alleen geïnteresseerd in het heden en wil elk ongemak vermijden. En het houdt ook al niet van verandering. Het gaat toch goed zo? Waarom zou je iets veranderen? Je weet maar niet wat er dan gebeurt. Als je tegen jezelf zegt dat je iets nog wel eens nodig kan hebben of dat je er toch zoveel plezier van hebt gehad, dat is allemaal het oude deel van je hersenen dat aan het woord is.
Nieuwe hersenen
Maar je hebt nog een hersendeel, dat is nieuwer en daar kun je bewust mee denken. Je wilskracht en je planning komen daar vandaan. Daarmee kun je dus bedenken dat het misschien lekker is om nu dat gebakje te eten, maar dat je je toch had voorgenomen om gezonder te eten. En dat je dus beter een stuk fruit kunt nemen. Dat het wel lekker is om in de zon te zitten, maar dat het nog veel fijner is om je woonkamer op orde te hebben de volgende keer als je bezoek krijgt.
Het punt is: je oude hersendelen gaan over overleven. En als het erop aan komt, dan gaan die dus voor. Logisch: als je weg moet rennen voor een leeuw moet je niet eerst gaan zitten nadenken of dat wel verstandig is. Zelfs nu nog is dat heel handig als je een auto moet ontwijken. Dat doe je eigenlijk zonder nadenken.
LEES OOK: Vier goede redenen om uit te stellen en hoe je ze omzeilt
Traag
Soms kunnen je hersenen niet zo goed onderscheiden wat nou echt van belang is voor je overleven. Dan denken ze dat dat gebakje van levensbelang is, eten is eten. Jij weet dat er ook vers fruit in huis is en dat dat veel beter voor je is. Of ze denken dat je die kranten toch echt niet weg kunt doen, er zou wel eens belangrijke informatie in kunnen zijn. Jij weet dat echt belangrijke informatie altijd te vinden is op internet. Maar dat weet je dus alleen met je nieuwe hersenen. En die zijn een beetje traag.
Stoppen met uitstellen
De manier om te stoppen met uitstellen is dus om te zorgen dat het oudere deel van je hersenen niet de overhand heeft. Dat doe je door je nieuwere hersenen de tijd te geven om het bij te benen. Wacht even met beslissen, koop niet zomaar dat gebakje, neem nog geen hap. Haal diep adem voor je besluit in de zon te gaan zitten. Is dit echt het beste wat je nu kunt doen? Of is dat eigenlijk iets anders? Iets waar je later plezier van hebt? Zo neem je bewuste beslissingen en stel je niet meer uit wat je beter vandaag kunt doen.