door: Astrid Maria Boshuisen, www.mijngelukmaakikzelfwel.nl.
Een opmerkelijk docudrama over een verweesd wit kamelenjong heeft een onderliggende spirituele boodschap voor onzekere tijden: vertrouw niet alleen op wat je ziet of denkt. Open je hart voor grote of kleine wonderen.
Het pasgeboren witte kameeltje in het docudrama ‘The story of the weeping camel’ staat in zijn eentje in de Gobi-woestijn en maakt hartverscheurende geluiden die ergens wel aan een in de steek gelaten kind doen denken. Zijn moeder wil niets van hem weten. “Gaat het kameeltje dood nu ze hem niet wil voeden?” vraagt een klein kind aan zijn moeder, een van de leden van een Mongoolse herdersfamilie. “Zo mag je niet denken”, zegt ze liefdevol.
Zij is een van degenen die de kamelenmoeder naar haar jong probeert te loodsen, probeert over te halen haar kind te accepteren – maar terwijl andere jongen vreedzaam bij hun moeders staan te drinken, blijft het witte kamelenjong eenzaam in de vlakte staan, zacht schreeuwend.
Op een dag komt de familie bij elkaar en bespreekt dat niets helpt. Een van de oudsten in de familie zegt iets heel verrassends: “Er moet een violist komen.”
De tranen van de kameel
Zo gebeurt het. Enkele jongens uit de familie trekken naar de verafgelegen stad, en bij de muziekschool in die stad vinden ze een violist die bereid is om te komen.
Minstens drie generaties van de familie, van jong tot oud, maken deel uit van een wonderlijk gezelschap. De kamelenmoeder en het jong worden gehaald. De violist hangt de met blauwe linten behangen viool even om de bulten van de moeder, neemt dan plaats en als vanzelfsprekend begint hij te spelen. Een jonge vrouw uit de herdersstam gaat bij de moeder en het kind staan, raakt de moeder af en toe zacht aan en begint te zingen. Dan gebeurt er iets heel bijzonders. Er komen tranen uit de ogen van de moederkameel, en die blijven maar stromen. Het jong wordt naar haar uiers geleid. Het begint te drinken, en de moeder laat het eindelijk verder drinken. Ze keert zich niet meer af. “Tijd voor een sigaretje” zegt een van de herders voldaan. De viool hangt over zijn schouder, de onaangestoken sigaret hangt in zijn mondhoek. Samen blijven moeder en jong achter op de vlakte.
Ons eigen kamelenjong
Waarom nou dit verhaal? Omdat we in deze onzekere tijden praktisch allemaal zitten met ons eigen kamelenjong. Met de vraag: hoe moet dit nu, hoe moet dat nu? Hoe red ik de situatie die er is, of die dreigt? Het grote contrast tussen onze maatschappij en die van de herdersfamilie, is dat wij moeite hebben met een ronduit reddend begrip: vertrouwen. Niet in ons verstand. Niet in ons eigen kunnen. Maar in het leven zelf, dat te hulp schiet als we ons openen voor een oplossing. In plaats van zelf te blijven emmeren en tobben, zingen en spelen de herders een lied voor – ja, voor wie? Voor wat? Je zou het de voorzienigheid kunnen noemen. Of God. Of het leven. Hoe dan ook, in de overgave aan het proces van het leven, aan alles wat we niet kunnen zien, ligt een groot geheim dat in deze westerse wereld nog maar net weer wordt aangeboord. Een geheim dat ons in staat stelt om zelfs onder moeilijke omstandigheden vrede en zelfs geluk te vinden.
Vertrouwen
Is vertrouwen aangeboren? Misschien als baby, maar dan wordt het ons snel afgeleerd. Zo wijs is de wereld waarin we leven niet meer – ofwel, nog niet. Vertrouwen is niet gegeven voor ons volwassenen. Je leert het jezelf aan, en dat is een ware levenskunst. De heersende houding die je kunt samenvatten met de zinnen ‘ik geloof wat ik zie en iets anders is er nie’ en ‘gelijk is beter dan geluk’ is vele malen gemakkelijker, maar ook vele malen minder effectief. Wie oefent in vertrouwen, wie leert om haar hart te verbinden aan een proces waar het verstand niets mee kan, zal vroeg of laat een soortgelijke wonderlijke ervaring hebben als de kamelenherders. Je zult je verwonderen, maar langzamerhand zul je in je vertrouwen gesterkt worden. Je gaat in je hart voelen dat er altijd een goed einde is, zelfs al kan het er heel anders uitzien dan verwacht.
De juiste vraag
Zelfs als je sceptisch tegenover de toverkracht van vertrouwen staat, is het goede raad om dit proces een kans te geven. Wie de juiste vraag stelt aan het leven, wie bereid is om de kracht te zien van een proces dat niet in verstandelijke redeneringen te vatten is, krijgt antwoord. Zo simpel is dat. En niets maakt gelukkiger dan het groeiende besef dat er maar één antwoord mogelijk is op de vraag die Einstein ooit stelde: ja, het universum is goed van aard. Dus kijk je aan tegen een kameel van een probleem, geef het dan je vertrouwen. Ga niet vechten of wanhopen, maar werken. Open je ogen voor elke (on)mogelijke oplossing, open je hart voor elk (on)mogelijk wonder. Vergeet je verstand even, geef ruim baan aan je hart. Vertrouw het proces dat alle verstand te boven gaat, en werk ermee. Je zult niet teleurgesteld worden.