door: Vivienne Westerhoud, hoofdredactrice Mama’s.
Mijn Rosa (bijna 12) komt in de leeftijd dat zij eerder iets zal aannemen van haar vriendinnen dan van haar moeder. In hoeveel toonaarden ik haar ook iets probeer duidelijk te maken, ze zal het eerst op ‘waarheid’ toetsen bij haar vriendinnen. Wat vreselijk moeilijk vind ik dat! Ik probeer me te herinneren hoe ik dat vroeger deed. Gewoon, om Rosa beter te begrijpen. En vooral om mijn geduld met haar beter te bewaren.Ik had zelf een paar vriendinnen in die tijd, die een behoorlijke invloed op mij hadden. Zo was er op de lagere school Michelle. Zij kon goed vechten en heel hard rennen. Ik vocht dan met haar mee. En als het nodig was, dan renden we samen heel hard weg. Voordat ik haar leerde kennen werd ik gepest en geschopt. Echt verlichtend was het misschien niet, maar bevrijdend was het wel om te merken dat ik ook terug kon vechten. Ik ben daarna voor niemand meer bang geweest. En wat nog belangrijker is: ik hoef er niet meer voor te vechten.
Op de middelbare school waren er Bronwen en Suzanne. Bronwen was een meester in het uitpluizen van gevoelens. Want alles had een oorzaak en alle gevoelens mochten er zijn. Zij had vier zussen en als ik daar aan tafel zat keek in mijn ogen uit. Iedereen gooide haar mening in de groep. En luid discussiërend, met rode konen kwamen zij de maaltijd door. En hoe oneens ze het ook waren. Iedereen was goed zoals ze was. En zoals ze dacht. Dat beeld van mooie, zelfverzekerde jonge vrouwen met een vurige mening. Prachtig! Het liet me nooit meer los.
En Suzanne leerde me zwijgen. Want zelfs zwijgend, nippend aan een kop thee kon ik door haar vriendschap en liefde voelen. Nog steeds als ik bij haar in de buurt ben, zet ik mijn drukke aard een paar tandjes lager. Ik hoef me voor haar niet uit te sloven. Liever niet zelf. En als ik eens boos was op iemand en dat met haar wilde delen. Dan vroeg ze mij steevast: ‘en wat deed JIJ dan?’ Want ze kende mijn onredelijkheid. Woedend kon ik dan op haar zijn. Maar ze had wel gelijk. Dat wist ik. En als ze geen gelijk had? Dan zei ze groothartig: ‘sorry!’.
Ik kijk naar de vriendinnen van Rosa. Het zijn de meiden waar zij nu haar lessen van gaat leren. Het liefst zou ik ze zelf voor haar kiezen. Ik wens haar dezelfde levenslange vriendschappen als die ik vond. Maar ik weet ook dat zij die alleen zelf kan vinden. Zij heeft andere lessen te leren dan ik destijds. Dus zal andere keuzes maken. Zij heeft nu al een leuk stel meiden om haar heen. Mijn eigen herinneringen stellen me gerust. Ik hoef me helemaal geen zorgen te maken!