door: Erna van ’t Westeinde.
Ik voel de tranen prikken achter mijn ogen, maar ik vecht. Ik mag nu niet huilen. Ik niet. Hij wel. Mijn zestienjarig neefje tegenover me. Even is hij niet de stoere tiener die ik ken, met slungelig postuur waar hij nog minder raad mee weet dan anders. ‘Waarom kan het niet zoals bij jullie?’, vraagt hij zich af. Snotterend vertelt hij zijn trieste verhaal. Hoe jong hij was, hij had heus wel door dat het tussen zijn ouders niet boterde. Ze dachten dat hij het vechten niet hoorde. Maar, zittend boven aan de trap, had hij alles gevolgd. Woord voor woord ving hij de scheldpartijen op, samen met zijn zusje en broertje. De mededeling van de scheiding kwam niet uit de lucht vallen. Hij wist het al lang.
Wat hij niet had voorzien, waren de woordenwisselingen na de scheiding. Hij had verwacht dat er een handtekening onder de ruzies werd gezet. Dat er weer aandacht voor leuke dingen kwam en belangstelling voor hem, zijn zusje en broertje. Niets was minder waar. De inkt op de papieren was nauwelijks droog of de ellende begon pas écht. Het vechten bleef doorgaan en het allerergste was dat hij er ineens zelf midden in zat. Zijn moeder noemde papa niet meer bij zijn voornaam. Deze was blijvend veranderd in “die lul”. Zijn vader bleef hardnekkig hangen in treiterijen. ‘Als je perse zo vroeg thuis moet zijn, dan neem je je eten maar mee in een bakje en warm het bij “haar” maar op in de magnetron!’ Hij kreeg verhalen te horen waarin hij zijn ouders niet meer herkende. Ze vertelden zonder enig voorbehoud de meest afschuwelijke details over elkaar. Alle mooie gebeurtenissen die hij zich herinnerde, leken met terugwerkende kracht te zijn herschreven tot horrorscenario’s. Wat hem tot de scheiding toe bespaard was gebleven, leek na die tijd de gewoonste zaak van de wereld. Zijn papa en mama waren plotsklaps veranderd in twee pitbulls, die pas los lieten als de ander beschadigd en in stukken gescheurd was. Dit duurt nu al ruim drie jaar. Met een heel dun stemmetje snikt hij er achteraan: “En ik houd heel veel van ze allebei! Waarom zien ze dat niet?”
Terwijl ik nog steeds tegen de tranen vecht, denk ik aan mijn eigen kinderen. Ze zijn inmiddels al een jaar gewend aan het feit dat papa ergens anders woont. De mededeling van de scheiding kwam ook bij ons niet als een complete verrassing, maar deed enorm veel pijn. We hebben met z’n vieren op de bank emmers vol gehuild. Vervolgens zijn we samen de auto in gesprongen, om het nieuwe huis van papa te bekijken. Ja, ook ik ging mee. Daar hebben we heel hard gelachen. Hier ligt een nieuw stukje toekomst. Iedere vrijdag gaan zoon en dochter naar hun vader en om de week blijven ze het hele weekend. Er zijn goede afspraken gemaakt, maar soms komt het beter uit om het vastgelegde schema compleet om te gooien. Dan doen we dat in overleg om elkaar te helpen. Als papa ze komt halen of brengen, staat vaak de koffie klaar. En hij belt praktisch iedere avond om te horen hoe het op school is gegaan.
Ik geef toe, het is ontzettend moeilijk. Voor mij, voor papa en zeker voor de kinderen. Vier levens stonden even stil, omdat twee mensen niet samen verder wilden. We bleken niet in staat te communiceren, waardoor we, bekvechtend, uiteindelijk moe gestreden een punt zetten achter onze relatie. Nu bouwen we ieder aan een eigen toekomst, maar blijven gezamenlijk verantwoordelijk voor onze kids. Daarvoor moeten we juist datgene doen, wat in ons huwelijk niet mogelijk leek: gesprekken voeren. Maar al pratend lukt het ons redelijk om de nare momenten achter ons laten, de mooie herinneringen te koesteren en de toekomst te omarmen. In het belang van de kinderen.
En okay! Bij mijn vriendinnen blaas ik soms ongegeneerd stoom af. Dan mopper ik over “zijn” onhebbelijkheden en nare eigenschappen. Ik bespaar “hem” letterlijk niets. Maar met zoon en dochter in de buurt, houd ik mijn mond. Ik leer ze om met open vizier anderen te benaderen en te zien dat ieder persoon iets unieks heeft. Ik hoop dat ze mooie vriendschappen aangaan en diepgaande relaties ontwikkelen. Ik wil dat ze daarin hun geluk vinden en dat ze niet opgeven, ook als ze soms worden teleurgesteld in een ander mens. Dan moet ik het goede voorbeeld geven. Zeker ten opzichte van die andere, hele belangrijke persoon in hun leven: papa.
Erna van ’t Westeinde (46) is een gescheiden moeder van zoon Tristan (13) en dochter Carmen (10). In de rubriek “mama alleen” vertelt zij iedere maand over scheidingsperikelen en het leven als alleenstaande moeder. Met als belangrijkste doel het belang van de kinderen te allen tijde voorop te zetten.