Hé joh!

door: Vivienne Westerhoud, hoofdredactrice Mama’s.

Heel soms gaan we naar Rotterdam. Eigenlijk pas sinds we weten dat er in het Jeugdtheater Hofplein prachtige produkties draaien. Vorige week ging ik met mijn dochters naar Assepoester: de opera. Wonderschoon! Maar voordat wij vredig in onze pluche stoelen konden neerzakken, beleefden wij -dorpskinderen- nog wel een avontuur.

We reden van een rotonde af de stad in en ik zag een klein autootje heel hard inhalen en een groter, zilveren autobusje afsnijden. Ik hield gelijk wat meer afstand in verband met gekke toeren, want die kleine auto slingerde van rechts naar links om het busje blijvend af te snijden. Vlak voor een groen stoplicht staat die kleine ineens op de rem. Busje stopt net op tijd. ‘Die speelt met vuur’ dacht ik nog.

En ja hoor. Er komt plotseling een rood stoplicht. En daar staat de kleine stil vlak voor mij. Naast mij stappen uit het zilvergrijze busje twee woedende mannen. Ze zien er sterk, atletisch en Noord- Afrikaans uit en ze rennen naar het autootje om er fanatiek op in te beuken. Het autootje kantelt bijna. Ik zeg tegen mijn dochters ‘zitten blijven’, zet mijn auto op de handrem, stap uit en loop richting de woedende mannen.

‘Hé!’ roep ik keihard. ‘Niet doen joh’. De meest woedende man komt naar mij toe lopen. Ik zeg tegen hem: ‘ik zag wat ze deden, zíj zijn asociaal. Laat je houding niet bepalen door hen!’. Met grote ogen kijkt de man me aan. ‘Ja, maar mevrouw, ik zit te trillen achter het stuur man!’ Als bewijs laat hij zijn trillende handen zien. Ik pak zonder nadenken zijn handen vast en zeg nog een keer dat hij zijn houding niet moet laten bepalen door een ander. Hij wordt snel rustig en zijn vriend komt kijken wat er gebeurt. ‘Stap in en laat het gaan.’ Zeg ik rustig. De mannen stappen in. Ik ook.

Overal zie ik in de auto’s om me heen duimen omhoog gaan. Achterin de auto zitten mijn meiden met grote ogen te kijken. ‘Waarom was je niet bang dat ze jou ook zouden slaan mama?’ vraagt Rosa. Ik moest even denken. Ik had de optie niet eens overwogen, maar het antwoord was simpel: ‘Omdat ik hen daarvoor geen enkele reden gaf’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.