Bron: www.groeiwijzer.nl. Tot een leeftijd van vier jaar wordt je kind ieder jaar gemeten op het consultatiebureau. Zijn of haar lengte wordt vergeleken met die van leeftijdsgenoten. Hierdoor weet je precies of je kind zich ‘normaal’ ontwikkelt. Wanneer het kind achterblijft in groei wordt dat op deze manier direct geconstateerd. Dit hoeft echter nog niet direct te betekenen dat hij of zij een groeistoornis heeft. Vaak zijn kinderen die kleiner zijn dan hun leeftijdsgenoten namelijk kerngezond. Kinderen van dezelfde leeftijd kunnen sterk verschillen in lengte. Hoe groot een kind uiteindelijk wordt is meestal genetisch bepaald. Zo worden kinderen van Nederlandse ouders over het algemeen langer dan kinderen van Aziatische ouders. Maar wanneer is je kind zo klein dat er sprake is van een groeistoornis?
Hoe herken je een groeistoornis?
Wanneer je kind langzamer groeit dan leeftijdsgenoten en een groeistoornis wordt vermoed, verwijst de jeugdarts van het consultatiebureau het door naar de kinderarts. Een kinderarts onderzoekt of er sprake is van een groeistoornis. Heeft het kind bijvoorbeeld afwijkende arm- of beenstanden of vreemde lichaamsverhoudingen? Dan kan dat wijzen op een botgroeistoornis, een voorbeeld van een primaire groeistoornis. Primaire groeistoornissen zijn aangeboren afwijkingen en dus al vanaf de geboorte aanwezig. Andere uiterlijke kenmerken, zoals opgezette handen en voeten, een brede borstkas en hals of een afwijkend aangezicht, kunnen duiden op het Syndroom van Turner. Ook dit syndroom is een voorbeeld van een primaire groeistoornis. Daarnaast bestaan er secundaire groeistoornissen. Deze ontstaan als een kind lijdt aan bijvoorbeeld een schildklier- of bijnieraandoening, een nierziekte of een groeihormoontekort.
De behandeling van een groeistoornis
Medisch onderzoek kan aantonen of er sprake is van een primaire of secundaire groeistoornis. Vervolgens kan een arts bepalen welke medische behandeling geschikt is. Bij een tekort aan groeihormoon kan een kinderarts-endocrinoloog bijvoorbeeld beslissen om een hormoonbehandeling uit te voeren. Kunstmatige groeihormonen worden toegediend die de aanmaak van botweefsel en nieuwe cellen stimuleren.
Wat kun je als ouders zelf doen?
Als vader of moeder is het belangrijk dat je de groei van je kind ook zelf in de gaten houdt. Wanneer je een afwijkend gewicht of verstoorde lichaamsverhoudingen constateert, is het van belang om de jeugd- of kinderarts op de hoogte te brengen. Stimuleer je kind bovendien om veel te bewegen. Minstens een uur beweging per dag is nodig voor een gezonde groei. Houd ook het gedrag van je kind goed in de gaten. Kinderen die kleiner zijn dan andere kinderen, ongeacht of zij last hebben van een groeistoornis of niet, kunnen zich daardoor onzeker voelen. Sommigen worden er zelfs mee gepest. In die gevallen is het noodzakelijk goed te luisteren en het kind de nodige aandacht te schenken.