Lekker koekjes bakken

door: Erna van ’t Westeinde.

Zoals iedere moeder zich heilig voorneemt: op een dag ga je koekjes bakken met je kinderen. Koekjes bakken staat synoniem voor gezelligheid. En wat is er nou leuker voor een werkende moeder om de tijd te nemen voor je kinderen en samen koekjes te bakken om deze vervolgens – nog veel leuker – samen met een kopje thee soldaat te maken. Ik heb me er al weken op verheugd: de eerste vakantiedag gaan we met zijn drieën koekjes bakken en opeten.

En de allerlaatste zouden we bewaren voor papa, zodat hij na een dag werken toch nog kon genieten van ons huiselijk geluk. Hoe rolbevestigend zou deze dag worden. Het pak koekmix stond al op de plank van de kast naar ons te lonken. Dit werd een fantastische dag.

Helaas bleek ’s morgens, toen we het pak uit de kast trokken, dat ik niet alle benodigde ingrediënten in huis had, dus op naar de supermarkt. “Gaan we op de fiets, mam”, vroeg Carmen. Ik keek vertwijfeld naar de lucht. Het was droog, maar in de verte zag ik enkele pikzwarte wolken. “Nou, het lijkt erop dat het gaat regenen”, begon ik nog, maar Carmen was me snel voor. “Ach, toe nou, dat is gezellig?”. Dat woord deed wonderen, dus snel op de fiets naar het winkelcentrum. We hebben het droog gehaald, de heenreis. En in de stromende regen snelden we terug naar huis. Die koekjes waren beslist verdiend.

Als verzopen katten kwamen we thuis aan, maar van kleding wisselen wilden Tristan en Carmen niets weten. Op naar de keuken voor de koekjes. Als oudste mocht Tristan de instructies op het pak lezen en zou hij de taken evenredig verdelen met zijn zusje.

De eieren moesten stuk geslagen in een kom. Even zag je hem twijfelen, maar door ervaring wijs geworden liet hij deze eer aan zijn zus. Dat wil zeggen: hij pakte de kom en zij mocht de eieren breken.  Het eerste ei ging redelijk goed, maar overmoedig door eigen succes kneep ze het tweede doormidden voordat ze de kom had bereikt. Onder een welgemeend “getver”, liet ze abrupt het ei uit haar handen vallen, waarna het geheel van de aanrechtrand via drie laatjes op de groot droop. Een lachsalvo van broer en zus maakte, dat ik de humor er van inzag en met een doek achter de smurrie aanging. Het volgende ei ging goed. Een paar stukjes eierschaal, maar ik besloot dat je die na het bakken toch niet meer tegenkwam.

De eieren moesten door de zachte boter worden geroerd. Oei. De boter kwam regelrecht uit de koeling en was nog keihard. Die moet even in de magnetron. “Mag ik het doen?” vroeg Tristan. Natuurlijk. Het zijn jullie koekjes. Op afstand gaf ik uitleg over de magnetron, en na het rinkelen van de bel, schoof mijn zoon het schaaltje naar buiten. Op zijn tenen om bij de magnetron te komen. “Zal ik even hel…..”. Verder kwam ik niet. Het schaaltje schoot uit zijn handen en met een knal viel het stuk op de grond. Tristan keek vertwijfeld naar de scherven en wist zichtbaar niet of hij moest huilen of lachen, maar de aanstekelijke lach van zijn zus gaf de doorslag. Schaterend wogen ze een nieuw stuk boter af, terwijl ik de vloer afkroop om alle scherven en plakkende boter van mijn vloer af te krabben. “Ik help wel even”, besloot ik, om herhaling te voorkomen.

“Roer de eieren en boter tot een zachte massa en voeg de inhoud van het pak toe”, las Tristan voor en roetsj. Het zakje met koekjesmix werd vakkundig door vier kinderhanden opengetrokken, waarna de helft van de inhoud op het aanrecht terechtkwam en de andere helft inclusief zak in de kom met boter en eieren. “Oh, oh”, was de teletubby reactie van mijn kinderen, die zorgvuldig alle meel van het aanrecht met blote hand probeerde op te vegen om in de kom te gooien.

De mixer in de kom leidde tot een witte stofwolk die tot aan het plafond steeg en de gezichten van mijn kinderen onherkenbaar maakten. Maar uiteindelijk was het deeg klaar, en kon er op de keukentafel geknutseld worden. Nu werd het echt gezellig en ontstonden er koekjes in allerlei vormen. Totdat allebei mijn kinderen naar het zelfde koekvormpje grepen en deze naar ieders mening gelijktijdig nodig hadden, met ruzie als gevolg.

“Ik ga nooit meer koekjes met jou bakken”, dreigde Carmen.

“Ik vind koekjes bakken met jou ook helemaal niet leuk”, was het antwoord van Tristan.

Het lukte uiteindelijk de bakplaat te vullen met twintig koekjes, die ik vervolgens zelf maar de oven inschoof om ze twintig minuten later bruingebakken er weer uit te halen. Intussen waren mijn kids weer afgekoeld en toen ook de koekjes op temperatuur waren, kon het grote versieren beginnen.

Met glazuur in verschillende kleuren – de een koos voor wit, de andere roze – werden verschillende soorten hagelslag, vakkundig op de koekjes geplakt. En binnen vijf minuten was het weer net zo gezellig als de ochtend begon. De keukentafel droop van het glazuur, evenals de koekjes, die rijkelijk werden voorzien van een plaklaag. Toen ik mij even omdraaide, hoorde ik op de achtergrond een welgemeend: “Oepsie!” uit de mond van Carmen, gevolgd door een gezamenlijke lachbui. De hagelslag was uitgeschoten en een compleet pak bedolf een koekje en verspreidde zich langzaam over mijn hele keukenvloer.

Vanavond maar de stofzuiger er over heen. Nu werd het tijd voor een kopje thee met de lekkerste koekjes, die ik ooit heb geproefd.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.